Goedgekeurd initiatief Innovatiefonds: POH oncologie
16 december 2022Geef ACP een boost met registratie in VIPLive
16 december 2022Eind 2023 loopt het ketenzorgcontract af; tijd om te kijken hoe we de chronische zorg in de toekomst gaan vormgeven. Huisarts en voorzitter van de vakgroep chronische zorg Kim Kloppenborg deelt haar visie hierop en vertelt welke veranderingen nodig zijn.
Structurele ketenzorg heeft ons veel gebracht, maar sluit door de vele ontwikkelingen niet meer volledig aan bij de huidige maatschappij. Zo kijken we momenteel anders naar ziekte en gezondheid en vindt het contact niet altijd in de spreekkamer plaats. Kim Kloppenborg spreekt vanuit de vakgroep chronische zorg wanneer zij stelt dat we de chronische zorg moeten verfijnen, versimpelen en beter inrichten. Belangrijke begrippen hierbij zijn positieve gezondheid en zorg op maat. Kloppenborg: “Als huisarts ben je geen getal aan het behandelen, maar een persoon. En die persoon moet voordeel ervaren van het bezoek dat hij aan jou brengt. Je moet iedereen zien te bedienen.”
Persoonsgerichte zorg
Deze manier van zorg verlenen vraagt om een combinatie van de traditionele kijk op ziektes en het besef wat een persoon op dat moment van jou als huisarts wil. “We weten inmiddels welke middelen we hebben, dat pallet is mega groot. Het is de kunst om te kijken welke middelen uiteindelijk voor de meeste gezondheidswinst zorgen.” Dit is per persoon verschillend. Door de zorg niet in te vullen voor een ander, maar goed naar patiënten te luisteren kan zorg op maat worden geboden.
“We moeten simpel bedienen wat simpel kan, waardoor ook de ruimte ontstaat om patiënten met ingewikkelde problematiek zo goed mogelijk te kunnen helpen. Daarnaast kunnen we er op deze manier ook voor zorgen dat iemand maar één keer hoeft te komen in plaats van vijf of tien keer. Zo kunnen er uiteindelijk meer mensen worden geholpen.”
Waar mogelijk digitaal
Digitale vormen van zorgverlening bieden hierbij veel mogelijkheden. “Mensen willen op een andere manier gebruik maken van zorg, die willen niet meer altijd naar de praktijk komen. Ook die mensen moet je bedienen. Wat je thuis kan doen, doe het thuis.” De digitale zorg heeft zich in die mate ontwikkeld dat er veel mogelijk is. Zo kan een patiënt bijvoorbeeld gebruik maken van thuismetingen, om die daarna zelf digitaal in te voeren. “Niet alles hoeft vervolgens te worden opgepakt door de huisarts of POH; ook een gekwalificeerde assistente kan dit verwerken.“ Zo kan de zorg, naast dat het deels thuis plaatsvindt, ook worden verplaatst binnen de praktijk.
In de praktijk
Deze manier van werken vraagt soms om een andere inrichting van de praktijk. “De voorwaarde om dit te laten slagen is openheid in de communicatie. Wij werken in de praktijk heel dicht bij elkaar.” Daarnaast is vertrouwen heel belangrijk. Niet alleen onderling in de praktijk, maar ook in relatie tot de patiënt. “Ik denk dat je, als je een vaste huisarts hebt met een vast team, in vertrouwen taken kan doorschuiven naar collega’s. Een goede organisatie geeft daarbij ook weer vertrouwen aan de patiënt.”
Per wijk moet worden gekeken hoe deze vorm van chronische zorg kan worden toegepast. “Deze stad vraagt om diversiteit, ook in het aanbod van chronische zorg. We moeten ernaar streven dat zorgverleners in gebieden waarin mensen minder kansen hebben goed worden ondersteund om hun werk daar te doen, bijvoorbeeld door de chronische zorg op een andere, passende wijze vorm te geven.”
Wat gaat er gebeuren?
Er wordt op dit moment in de vakgroep chronische zorg een nieuw concept ontwikkeld waarin meer ruimte is voor persoonsgerichte zorg, bijvoorbeeld door in te zetten op digitale monitoring en leefstijl interventies. Om deze nieuwe vorm van zorg verlenen te testen en te verfijnen zullen in 2023 al een paar pilot-trajecten worden opgestart. Een belangrijke vraag hierbij is welke interventies passen bij welke patiënt en bij welke praktijk. Vanzelfsprekend houden we u op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.
Contact
Wilt u meer weten over de ontwikkeling van de chronische zorg? Neem dan contact op met manager ketenzorg en kwaliteit Wilma Stolk, [email protected].