Een POH-S opleiden loont
17 maart 2024Code Oranje: aan de slag voor betere subacute GGZ
17 maart 2024Het huidige doorverwijzingsproces roept regelmatig frustraties op bij huisartsen en medisch specialisten. Denk aan de lange wachttijden of een gebrek aan nodige informatie voor een behandeling. Daarom werkten medische specialisten en huisartsen de afgelopen zes maanden intensief samen om nieuwe verwijsregels vast te stellen voor onze regio. Hierbij is rekening gehouden met de landelijke afspraken. We gingen in gesprek over de frustraties, gemeenschappelijke knelpunten én oplossingen met Paul Huijsman, huisarts en ambassadeur van de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) afdeling Rotterdam, en met Saskia Gardeniers: kinderarts en ombudsspecialist bij het Ikazia Ziekenhuis.
Het huidige doorverwijzingsproces roept regelmatig frustraties op bij huisartsen en medisch specialisten. Denk aan lange wachttijden of een gebrek aan nodige informatie voor de behandeling. Daarom werkten zij de afgelopen zes maanden samen met vertegenwoordigers van ziekenhuizen om nieuwe verwijsregels vast te stellen voor onze regio. Hierbij is rekening gehouden met de landelijke afspraken. We gingen in gesprek over de frustraties, gemeenschappelijke knelpunten én oplossingen met Paul Huijsman, huisarts en ambassadeur van de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) afdeling Rotterdam, en met Saskia Gardeniers: kinderarts en ombudsspecialist bij het Ikazia Ziekenhuis.
Het doel van de nieuwe verwijsafspraken is om het proces achter doorverwijzingen beter te stroomlijnen tussen de eerste- en tweedelijnszorg. Daarvoor kwamen verschillende huisartsorganisaties en ziekenhuizen in de regio Rotterdam-Rijnmond bij elkaar om samen knelpunten te bespreken én op te lossen. “De zorg bestaat helaas nog uit veel verschillende eilandjes”, vertelt Paul. “Huisartsen en specialisten staan nog te ver uit elkaar. Voor een gestroomlijnd doorverwijzingsproces moet je eerst elkaars perspectief leren kennen. Zodoende raakten we met elkaar in gesprek en kwamen we stap voor stap tot nieuwe afspraken.”
Begrip leidt tot oplossingen
Het is niet altijd duidelijk wat er bij de andere partij speelt. Aannames over wat wel en niet mogelijk is en een gebrek aan informatie leidt tot frustratie aan beide kanten. “Ik vond het heel fijn dat we samen over een betere aanpak nagedacht hebben”, vertelt Saskia. “Doordat je elkaars knelpunten leert kennen, kun je ook meedenken over hoe je die kunt oplossen.”
“Soms is die oplossing ook heel makkelijk”, legt Saskia uit. “Medisch specialisten lopen er vaak tegenaan dat zij huisartsen lastig kunnen bereiken. Niet alle huisartsen hebben namelijk een speciale overleglijn; dan kan het lang duren voordat je aan de beurt bent. Toen we dat met de huisartsen deelden, gaven sommigen van hen aan dat -als er geen overleglijn beschikbaar is- collega’s gebruik mogen maken van hun spoedlijn. Door op deze manier te overleggen, ontstond er veel begrip voor elkaar. En het gaf ruimte om met elkaar mee te denken over hoe we het proces voor iedereen zo prettig mogelijk kunnen maken.”
Betere communicatie over wachttijden
Patiënten moeten vaak lang wachten tot ze specialistische hulp kunnen krijgen. Dat is een knelpunt voor zowel huisartsen als medisch specialisten. Huisartsen weten ook vaak niet hoe lang een patiënt nog moet wachten. “De wachttijden zijn vaak onduidelijk, blijken anders te zijn dan aangegeven of staan nergens vermeld”, vertelt Paul. Om daar zonder goede afspraken meer duidelijkheid over te krijgen, vraagt dat veel tijd van zowel de eerste als tweede lijn.
Saskia vult aan: “Ik word regelmatig door huisartsen gebeld over de wachttijden. We willen allemaal goede zorg voor de patiënt bieden.
De ziekenhuizen zijn momenteel actief bezig met het nauwkeurig in kaart brengen van de actuele wachttijden. Dit heeft als doel om huisartsen en patiënten vooraf goed te informeren over de te verwachten wachttijden. Deze proactieve aanpak vermindert de noodzaak voor huisartsen om telefonisch contact te zoeken, wat kostbare tijd bespaart en efficiënter werkt.
Duidelijke verwijzingen voor een goede overdracht
Een tweede gezamenlijk knelpunt is de schaarse hoeveelheid informatie die bij verwijzingen wordt gedeeld. Dat geldt voor doorverwijzingen naar de medisch specialist en voor terugverwijzingen naar de huisarts. “Ik krijg regelmatig verwijzingen waar één regel informatie bijstaat”, legt Saskia uit. “Ik kreeg er laatst een waarin stond: hypermobiliteit heup, gaat nu naar fysio, overname behandeling.” Weinig informatie in een verwijzing is niet alleen verwarrend voor de specialist, maar ook voor de patiënt. “Zij gaan ervan uit dat de overdracht van huisarts naar specialist goed verloopt”, voegt Saskia toe. “Zij hebben vaak het hele verhaal al met de huisarts gedeeld en verwachten dat de specialist vervolgens diezelfde kennis krijgt.”
Paul vult aan. “Dat geldt ook voor patiënten die naar ons worden terugverwezen. Daarbij gaan sommige specialisten ervan uit dat huisartsen hele specialistische medicatie voorschrijven, zonder dat zij voldoende informatie meegeven. Denk aan ADHD-medicatie voor volwassenen of middelen bij inflammatoire darmziekten. Het gebrek aan informatie vertraagt het proces. Als je meteen een duidelijk beeld hebt van de situatie, dan is het voor de patiënt ook een stuk prettiger. Zij hoeven dan maar één keer hun verhaal te doen. Beschrijf in de (terug)verwijzing wat je van de ander verwacht en waarom.”
Positief vooruitzicht
De verwijsafspraken worden op verschillende manieren met zowel huisartsen als medisch specialisten gedeeld en zijn ook hier te vinden. Er is nu voor het eerst met de afspraken gewerkt en daarom worden ze tussen juni en september 2024 geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Het is nog te vroeg om te zeggen hoeveel impact de nieuwe afspraken zullen maken, maar het maken van afspraken is voor alle partijen positief.
Paul: “Er zijn heel veel partijen bij betrokken, daardoor kost het wat tijd voordat iedereen aan de nieuwe afspraken is gewend. In de komende periode zullen we het proces monitoren en bijsturen waar nodig. Tot nu toe heeft het onderling al veel vertrouwen geschept. En dat is cruciaal om op alle fronten vooruitgang te kunnen blijven boeken. Want door goed met elkaar te blijven communiceren, kunnen we efficiëntere zorg leveren en wordt de patiënt sneller geholpen.”