Naar een integrale, patiëntgerichte chronische zorg
8 december 2023“Begeleiden van zij-instromers is extra aantrekkelijk”
8 december 2023Patiënten met hartfalen hebben vaak intensieve zorg nodig. Daarom lopen landelijk veel projecten om de hartfalenzorg te verbeteren. Vanuit Rijnmond Dokters en het Rijnmond Hartfalen Netwerk wordt ingezet op een goede samenwerking tussen de eerste-, tweede- en derdelijnszorg. Goede samenwerking en afspraken zijn essentieel om de regionale zorg toegankelijk en van hoge kwaliteit te houden ondanks het toenemende aantal patiënten. Over deze samenwerking gingen we in gesprek met cardiologen Mireille Emans en Robert van der Boon, en met kaderhuisarts hart- en vaatziekten Lia van der Vorm.
Door de transmurale samenwerking kan de diagnostiek, begeleiding en (terug)verwijzing van patiënten met hartfalen worden verbeterd. Doordat huisartsen en cardiologen nog beter gaan samenwerken, kunnen aanwijzingen voor hartfalen eerder worden opgespoord. De patiënt ontvangt dan sneller de juiste zorg op de juiste plek. “Binnen dit project willen we betere samenwerkingsafspraken maken om invulling te geven aan de regionale transmurale afspraken (RTA)”, vertelt Robert. “Daarnaast willen we ook inzetten op scholing bij huisartsen, praktijkondersteuning, hartfalenverpleegkundigen, arts-assistenten en cardiologen.”
Tijdige opsporing van hartfalen met een meekijkconsult
Om hartfalen vroeg te kunnen diagnosticeren kan het meekijkconsult een hulpmiddel zijn. “Als de huisarts patiënten met hartfalen tijdig kan doorverwijzen met de juiste criteria volgens NHG-standaarden, kunnen zij eerder worden behandeld”, vertelt Mireille. “Patiënten komen nu eerst terecht bij de spoedzorg, maar signalering vanuit de huisarts ontbreekt. Daar zetten we op in met dit project. Vanuit de tweede lijn kunnen we huisartsen daarin ondersteunen met behulp van een meekijkconsult.”
Lia vult aan: “Via zo’n consult kan de huisarts eenvoudig een cardioloog inschakelen. Vanuit het digitale dossier van de patiënt kun je vragen stellen aan een specialist. Daarbij worden gelijk de medische gegevens meegestuurd. Binnen drie dagen heb je een antwoord van de cardioloog.”
Investeren in innovatieve apparatuur
Om de hartfalenzorg vanuit de praktijk verder te kunnen verbeteren, kijken we ook naar innovatieve apparatuur. Zoals bloeddrukmeters die ook het hartritme registreren of een stethoscoop met versterker. Dan kan de eerste lijn vooraf meer informatie verstrekken aan de tweede en derde lijn.”
Digitale uitdaging
Het meekijkconsult biedt nog wel een aantal uitdagingen. Zo gebruiken zorginstanties vaak niet hetzelfde informatiesysteem, wat een meekijkconsult minder eenvoudig maakt. Robert: “We zijn hard bezig om dat proces goed te stroomlijnen. Nu worden onderzoeksresultaten bijvoorbeeld alleen uitgewisseld in verslagvorm. Maar als cardioloog wil je de beelden graag zelf zien, zodat je een goed oordeel kunt vormen. Het is dan ook een grote wens dat cardiologen in de loop van het project de echobeelden zelf kunnen inzien.”
Terugverwijzen naar de huisarts
Door de nauwe samenwerking tussen verschillende lagen van de zorg kunnen stabiele patiënten ook eerder worden terugverwezen naar de eigen huisarts voor passende nazorg. “Op deze manier wordt de juiste zorg op de juiste plaats gerealiseerd”, vertelt Mireille. “De huisarts kan het eerste aanspreekpunt van de patiënt blijven. Dat maakt de ervaring voor patiënten en naasten een stuk prettiger.”
Lia vult aan. “Huisartsen zijn soms bang dat daarmee de werkdruk wordt verhoogd. Per praktijk gaat het om hooguit 10 tot 20 patiënten. Zij zien die patiënten nu ook al. Gestructureerde zorg is betere zorg. Het geeft meer duidelijkheid en voorkomt mogelijk decompensatie.”
Ondersteuning via scholing
De uitbreiding van de hartfalenzorg binnen de eerste lijn vraagt wel om meer medische kennis en apparatuur. Lia: “Huisartsen en praktijkverpleegkundigen moeten daarin worden ondersteund met trainingsrondes. Niet alleen in het kunnen bieden van nazorg, maar ook in hoe zij het meekijkconsult optimaal kunnen gebruiken.”
Patiëntbetrokkenheid
Ook patiënten worden betrokken bij het project. “We willen een aantal patiënten die ervaring hebben met alle lagen van de hartfalenzorg vragen om mee te denken over de invulling van het project”, vertelt Robert. “We willen niet alleen het proces voor de artsen verbeteren, het gaat juist om de patiënt. Er heeft zich al één patiënt aangemeld om hieraan bij te dragen, maar we zoeken nog een tweede kandidaat die met ons mee wilt denken.
Daarnaast willen we patiënten vanuit de huisartspraktijk beter informeren over hartfalen en medicatie. Die informatie is er al vanuit de tweede en derde lijn en willen we ook bieden in de eerste lijn. Daarom gaan we een folder ontwikkelen die kan worden gebruikt bij alle huisartspraktijken en ziekenhuizen binnen de regio Rotterdam-Rijnmond. Daarmee ontvangen alle patiënten dezelfde informatie.”
Evaluatie en doorontwikkeling
Om de doelen van dit project zo succesvol mogelijk te realiseren, wordt de voortgang regelmatig geëvalueerd. Robert vertelt: “Het is een levend project. We blijven evalueren en passen onze plannen daarop aan. We leren ook van andere regionale projecten om de hartfalenzorg te verbeteren: elk met een andere insteek. Samen werken we aan betere hartfalenzorg binnen het hele land.”